In 1910-1912 verlaat Minne resoluut elke vorm van stilering en begint angstvallig realistisch te boetseren naar levend model. Over deze radicale koersverandering schrijft de kunstenaar in 1913 in een brief aan René Van Herrewege dat ze het resultaat is van een uiterste volharding. Voor deze dokwerker stond een zekere Lacaege model, die bij de kunstenaar inwoonde. De man kijkt ons frontaal aan en het realisme in de buste is merkbaar in de manier waarop de voorhoofdsrimpels zijn weergegeven, de trekken om de mond zijn uitgewerkt, en de zorg die aan de gedetailleerde weergave van de sleutelbeenderen is besteed. De ogen liggen diep in de kassen en de mond vertoont een verbeten trek.