Deze gearchiveerde website ‘George Minne’ wordt tijdelijk niet meer geactualiseerd. Bepaalde functionaliteiten (vb. gericht zoeken in de collectie) zijn hierdoor mogelijk niet meer beschikbaar. Nieuwsupdates over George Minne verschijnen voortaan op vlaamsekunstcollectie.be. Vragen over deze website? Neem contact op via info@vlaamsekunstcollectie.be.

De fontein der geknielden

Datering: 
1898
Materiaal: 
Gips
Afmetingen: 
240.0 cm x 169.0 cm
Inventarisnummer: 
1982-E
Museum:
Museum voor Schone Kunsten Gent

Het bekken is een kopie van het origineel in het Museum voor Schone Kunsten van Gent
De fontein der geknielden is ongetwijfeld Minne's meest beroemde beeldengroep. Vijf identieke, in zichzelf gekeerde, naakte jongelingen zitten geknield op de rand van een waterbekken. In navolging van Rodins Schaduwen gebruikt Minne hier de aloude techniek van de herhaling. De decoratieve ritmiek verleent het werk een zekere lichtheid en versterkt tegelijk de expressie. De fragiele jongelingsfiguren, uitgevoerd in een sobere lineaire vormentaal, geven uitdrukking aan gevoelens van eenzaamheid en verlangen. De figuur van de geknielde jongeling bij het water herinnert aan de mythe van de halfgod Narcissus, die verliefd wordt op zijn spiegelbeeld en te gronde gaat aan het verlangen naar het onbereikbare object van zijn liefde. In Minne's schetsboeken treffen we voorstudies aan die verband houden met De 'Bron des Levens', zoals op het Lam Godsretabel van de Gebroeders van Eyck is te zien. Dit rechtvaardigt ook een meer religieus getinte interpretatie van De fontein.
Het concept ervan dateert uit 1898. Minne maakt verscheidene versies in gips, marmer en brons. In 1900 geeft de Duitse verzamelaar Karl Ernst Osthaus de opdracht voor een marmeren versie die zich thans in het Folkwang Museum te Essen bevindt. De fontein der geknielden uit het Museum van Gent is het enige nog bewaard gebleven gipsmodel. Tot op het einde van zijn leven stond het in het atelier van de kunstenaar.
De bronzen groepen uit de jaren dertig die men in het stadscentrum van Gent en in de tuin van het parlementsgebouw te Brussel aantreft, zijn replieken die door Minne zelf zijn geconcipiëerd. Zij sluiten aan bij de toen heersende Art Deco-stijl en missen de eenvoud van lijn en het strakke geometrisch karakter van het eerste ontwerp.
De geknielden in de versie van het Gentse museum ontstaan ca. 1905; het bekken concipieert Minne ca. 1927-1930.