Deze gearchiveerde website ‘George Minne’ wordt tijdelijk niet meer geactualiseerd. Bepaalde functionaliteiten (vb. gericht zoeken in de collectie) zijn hierdoor mogelijk niet meer beschikbaar. Nieuwsupdates over George Minne verschijnen voortaan op vlaamsekunstcollectie.be. Vragen over deze website? Neem contact op via info@vlaamsekunstcollectie.be.

Interbellum

Na de Eerste Wereldoorlog is het artistieke landschap in België grondig gewijzigd. Heel wat kunstenaars staan onder invloed van strekkingen als het kubisme, expressionisme en modernisme, die al voor de oorlog in andere landen van Europa opgang maakten. Minne blijft echter verder werken in de stijl van de tekeningen die hij in Wales maakte: zachte gesloten vormen, met soms gemaniëreerde houdingen. Zijn beelden en monumenten sluiten aan bij de stijl van voor zijn korte realistische periode, zij het dat in zijn beeldhouwkunst geleidelijk enige invloed van de art deco te merken is. Het gaat om een grotere sierlijkheid en gepolijste vormgeving.

Zowel in zijn tekeningen als in zijn sculpturen herneemt Minne het thema van het moederschap. Uit de periode van het interbellum zijn verscheidene varianten bekend, uitgevoerd in verschillende materialen: brons, graniet en arduin. Net als in de monumenten die de kunstenaar ontwerpt, maken de figuren zich amper los uit de steen waaruit ze te voorschijn lijken te komen. Ook voor enkele monumenten in opdracht, zoals het Gedenkteken voor Emile Claus en het Monument voor Koningin Astrid, kiest Minne het thema van het moederschap. In al die beelden toont Minne zich niet meer de sociaal bewogen en gekwelde kunstenaar. Ze zijn veeleer de uitdrukking van een serene en harmonieuze gemoedsgesteldheid.

Naast het thema van het moederschap krijgt Minne verscheidene religieuze opdrachten. Zo ontwerpt hij een Christus Koning voor de basiliek van Koekelberg en een monumentale bronzen Christus aan het kruis voor het kerkhof van Vorselaar. Het thema van de piëta en andere Bijbelse thema's vinden we hoofdzakelijk in zijn tekeningen terug.

Minne maakt tijdens het interbellum ook replieken van vroeger werk, zoals Moeder beweent haar dode kind, De reliekdrager en De fontein der geknielden. Sommige beelden zijn eerder variaties van een reeds bestaand thema, zoals de David uit 1928 gelijkenis vertoont met De grote gekwetste (Brussel, KMSKB) uit 1894. Ook het thema van de Baadster herneemt Minne, weliswaar in een andere pose. Die replieken en varianten zijn weinig overtuigend: ze missen de vormvastheid, de gebondenheid en de spanning, alsook de suggestie van een geheim innerlijk leven, die aan zijn beelden van voor 1900 zo'n sterke expressie verlenen. Vooral de bronzen replieken van Moeder beweent haar dode kind en De fontein der geknielden, het bronzen beeld van David (1928) en de verschillende varianten in brons en marmer van de Baadster sluiten nauw aan bij de bevallige art-decostijl.

Helke Lauwaert