Deze gearchiveerde website ‘George Minne’ wordt tijdelijk niet meer geactualiseerd. Bepaalde functionaliteiten (vb. gericht zoeken in de collectie) zijn hierdoor mogelijk niet meer beschikbaar. Nieuwsupdates over George Minne verschijnen voortaan op vlaamsekunstcollectie.be. Vragen over deze website? Neem contact op via info@vlaamsekunstcollectie.be.

Omhelzing

De voorstelling van twee figuren die elkaar omhelzen of elkaar vastklampen behoort van bij het begin tot de eigen iconografie van George Minne. Omhelzend paar en Vechtende mannen dateren beide van rond 1886 en zijn wellicht zijn vroegst geboetseerde beelden. Een expressief hoogtepunt bereikt Minne in De verloren zoon uit 1896, waarin hij het haast ondraaglijk moment van verzoening in een heftige omhelzing weergeeft. Hierdoor verleent Minne aan het thema van De verloren zoon, dat in die tijd redelijk populair is, een nieuwe dimensie. De gedurfde lijn en het modelé in Minnes beeld is weliswaar verwant met de werkwijze van Rodin, maar met zijn buitengewone expressiviteit, vervormingen in de lichamen en heftige gevoelsuitdrukking kondigt De Verloren zoon reeds het expressionisme aan.

Het is in dat verband interessant om zijn visie te vergelijken met de meer ingetogen en gematigde opvatting die Constantin Meunier ongeveer gelijktijdig legt in zijn versie van De verloren zoon (ook bekend als De verzoening, MSK). In plaats van de eerder klassieke opvatting van Meunier voert Minne in zijn beeld de emotionele spanning van het weerzien van vader en zoon ten top. Zijn getekende studies tonen hoe Minne met enkele rake en gespannen potloodlijnen naar oplossingen zoekt om de complexe samensmelting van de figuren weer te geven. Het gipsen exemplaar van De verloren zoon behoort tot de collectie van het Museum voor Schone Kunsten van Gent. Daarnaast bestaan er ook bronzen exemplaren, onder meer in het M, Museum in Leuven.

Man beweent zijn dode hinde, eveneens uit 1896, is weliswaar minder expressief, minder extravert, maar is van een grote innigheid en tegelijk diepe moedeloosheid. De versmelting tussen beide lichamen vertolkt een behoefte om zich af te keren van de wereld en op te gaan in de ander en in de dood. Man beweent zijn dode hinde is uitgevoerd in gips, brons en marmer. Het MSK bezit een van de bronzen versies, een marmeren exemplaar vindt men in het Folkwang Museum in Essen.

Zoals in al zijn werken overstijgt Minne ook hier in het thema van de omhelzing het louter verhalende en momentane. Het gaat hier om de spirituele beleving van eenwording met de ander en van de onlosmakelijke verbondenheid van eros en thanatos, van liefde en dood, het thema bij uitstek van het symbolisme.

Helke Lauwaert