Museum voor Schone Kunsten Gent

Museum voor Schone Kunsten Gent

Het MSK Gent bezit een ruime verzameling beelden, tekeningen en prenten van George Minne. De meeste daarvan zijn in de loop der jaren aangekocht.

Tussen 1914 en 1951 verwerft het museum veertien werken waarvan vier verworven door legaat of schenking: Kop van een man van circa 1910, verworven uit het legaat Scribe in 1913, de enig bestaande gipsen versie van Johannes de Doper uit 1895 geschonken door Jean Delvin, een bronzen versie van De geknielde van de fontein uit 1898, geschonken door Het werk van de Oorlogspenning, beide verworven in 1921, en De kleine gekwetste uit 1898 geschonken in 1950 door de kunstenares en leerling van Emile Claus, Anna De Weert. Opmerkelijk is dat de aankooppolitiek voor 1982 vooral getuigt van voorzichtigheid, zowel wat betreft de keuze van de werken als wat betreft het aantal. De aankoop in 1949 uit de verzameling Burthoul van de circa vierhonderd houtskooltekeningen, ontstaan in Wales tijdens de Eerste Wereldoorlog, vormt daarop een uitzondering. Uit dezelfde verzameling verwerft het museum dat jaar Man beweent zijn dode hinde uit 1896. De meeste beelden die het museum in die jaren aankoopt zijn bronzen versies, met uitzondering van De kleine geknielde uit 1896, uitgevoerd in marmer, het houten beeld De metselaar en Johannes de Doper, een repliek van het gipsen beeld uit 1895 die Minne zelf in arduin laat uitvoeren. Het museum koopt die arduinen versie rechtstreeks van de kunstenaar in 1931.

De tentoonstelling George Minne en de kunst rond 1900 betekent een belangrijke stap naar een gerichte aankoop- en verwervingspolitiek door het museum. In dat jaar verwerft het MSK vier sculpturen en drie schetsboeken van Minne door schenkingen en aankopen van de familie van de kunstenaar: de vroege gipssculptuur Vechtende mannen uit circa 1886, drie schetsboeken uit de periode 1891-1898, De verloren zoon uit 1896 en het enige bewaard gebleven gipsen versie van de Fontein der geknielden. Ter gelegenheid van de tentoonstelling verwerft het MSK bovendien Geknielde man en vrouw uit 1889 door overdracht van het Designmuseum. Eveneens dat jaar koopt het Museum het eerste ontwerp voor het Rodenbach gedenkteken uit 1899, afkomstig uit de verzameling van Karel Van de Woestijne. In het bijzonder de verwerving van de Fontein der geknielden betekent voor het museum een buitengewone aanwinst.

Vanaf dat jaar streeft het museum ernaar om de verzameling George Minne nog te versterken zowel met beelden als met werken op papier. Hierbij beoogt het museum in de eerste plaats beelden, tekeningen, prenten en boeken te verwerven uit de periode van voor 1900, de periode waarin de kunstenaar zijn meest oorspronkelijke werken schept. Zo is het museum erin geslaagd om van 1984 tot vandaag de verzameling Minne aan te vullen met enkele sculpturale topstukken zoals De man met de waterzak in 1986, Moeder beweent haar dode kind uit 1886 in 1996 en de gelijknamige terracotta studie een jaar later. De meest recente aanwinsten dateren van 2011: Geknielde van de fontein (met gestrekte voet) uit 1898, en Biddende non uit 1894. Daarnaast kocht het museum enkele uitzonderlijke potloodtekeningen zoals Treurende moeder uit 1890, afkomstig uit de voormalige verzameling van Grégoire Le Roy en aangekocht in 1985, en in 2007 De verworpenen uit 1898. In de loop van de laatste twee decennia verwerft het museum eveneens het volledige grafische werk van Minne: vier boeken van Maeterlinck, een dichtbundel van Grégoire Le Roy en een van Emile Verhaeren, alle met illustraties van de kunstenaar en de enig bekende zelfstandige prent van Minne, de zyncografie Het Doopsel van Christus uit 1899, aangekocht in 1987.

Wat betreft de aankoop van beelden van Minne, toont het museum niet enkel een voorkeur voor werken uit de vroege periode, maar ook voor versies in gips, een materiaal waarin de zuivere en krachtige lijn van Minnes vormgeving en de subtiele expressie ervan het beste tot zijn recht komen.