Het motief van elkaar omklemmende naaktfiguren komt meermaals voor in Minnes werk. Waar in Twee vechtende mannen (ca. 1886) de worstelende figuren elkaar in een stevige houdgreep vastklampen, versmelten de personages in De Verloren zoon (1896) bijna tot één lichaam. De innige verstrengeling van lichamen heeft vaak een spirituele ondertoon. Samen met zijn stadsgenoot en vriend Maurice Maeterlinck koestert Minne immers een grote bewondering voor de christelijke middeleeuwen en put hij inspiratie uit de geschriften van de Vlaamse mystici. In De Verloren Zoon zoekt de beeldhouwer als het ware een plastisch equivalent voor de extase waarvan Ruusbroec en Hadewijch getuigen. De figuur van de zoon gaat volledig op in die van de vader, zoals de mysticus zich verliest in God.