Jongelingen

Het motief van staande, naakte jongelingen met gespreide benen zien we voor het eerst in Vechtende mannen, een van Minnes vroegst geboetseerde beelden. De kunstenaar herneemt het motief in De kleine gekwetste I en II, De grote gekwetste, De man met de waterzak en Solidariteit. Van Vechtende mannen, bezit het Museum voor Schone Kunsten in Gent het enige gekende gipsen exemplaar. Er bestaat eveneens een houten exemplaar dat zich in het Karl Ernst Osthaus Museum in Hagen bevindt.

De kleine gekwetste is het eerste voorbeeld in Minnes oeuvre van een alleenstaande naakte jongeling met gespreide benen. Van De kleine gekwetste bestaan twee verschillende types die weinig van elkaar verschillen en die elk zijn uitgevoerd in verschillende materialen: gips, marmer en brons. De eerste versie dateert van 1889, de tweede van 1898. De complexe houding van de armen suggereert een grote fysieke en psychische spanning. De wonde die de jongen op zijn bovenarm beroert lijkt een voorwendsel om zich op zichzelf terug te plooien, zichzelf te verbergen. We herkennen hierin een vorm van narcisme, maar ook een behoefte zich af te keren van de buitenwereld, een typische houding die ook in ander werk van Minne terugkeert en een hoogtepunt krijgt in de Fontein der geknielden.

De man met de waterzak uit 1897 is een van de weinige beelden waarvan een vrij grote reeks getekende voorstudies bekend zijn. Hierin zien we hoe Minne vertrekt van een doopseltafereel, maar geleidelijk overgaat naar een seculier concept. Het beeld toont een graatmagere jonge man, die een lederen waterzak optilt. Terwijl tijdgenoten, zoals Auguste Rodin en Constantin Meunier, in hun beelden doorgaans de nadruk leggen op de weergave van een harmonische lichaamskracht, straalt Minnes beeld veeleer een elementaire en innerlijke kracht uit. Opmerkelijk is de energetische spanning die uitgaat van de figuur in zijn zoeken naar evenwicht. De ingewikkelde houding van de armen rond de waterzak herinnert aan De kleine gekwetste. Van De man met de waterzak zijn exemplaren bekend in gips (onder andere het exemplaar van het Museum voor Schone Kunsten van Gent), in brons en in marmer.

In het Ontwerp voor het Voldersmonument, ook Solidariteit genoemd, herneemt Minne het motief van twee, elkaar vastklampende figuren. Ook voor deze beeldengroep bestaan talrijke getekende studies in het schetsboek van circa 1894-1898. De schetsen geven ons een beeld van de manier waarop Minne in een vaak agressieve tekenstijl naar verschillende oplossingen zoekt voor de vorm van het schip en voor de houding van hoofd en armen, terwijl de parallel geplaatste, gespreide benen van de jongelingen en het concept van het schip al van bij het begin in zijn studies aanwezig zijn. Van het originele ontwerp in gips zijn verscheidene exemplaren in brons en marmer uitgevoerd.

Helke Lauwaert